1 Koningen 19:27
Het geschiedde nu als Achab deze woorden hoorde, dat hij zijn klederen scheurde en een zak om zijn vlees legde en vastte; hij lag ook neder in den zak en ging langzaam.
Een hypocriet is iemand die zich anders voordoet dan hij is. Oorspronkelijk was dit de titel voor Griekse toneelspelers. Die droegen vroeger maskers. In een blijspel droeg zo’n toneelspeler een masker met een lach. Terwijl hij zich misschien helemaal niet blij voelde. En andersom ook, in een treurspel had iemand een droevig masker maar hij was zelf helemaal niet verdrietig. Hij speelde het alleen maar. Dat komt nog steeds voor. Vooral op sociale media. Allemaal plaatjes van perfecte levens en spetterende vakanties houden de schijn op van geluk. Terwijl de werkelijkheid vaak heel anders is. Bij Achab zie je ook zo’n masker.
Nadat Elia dat vreselijke oordeel over Achab heeft uitgesproken, zien we allerlei tekenen van berouw bij de koning. Hij scheurt zijn kleren, trekt een donker rouwgewaad aan, wat hij zelfs ’s nachts aanhoudt. Hij eet en drinkt niet. En hij gaat langzaam. Zoals wij achter een rouwstoet aanlopen. Plechtig en eerbiedig. In alle dingen blijkt dat Achab een verbroken mens is, die buigt onder het oordeel. Zo lijkt het. Maar het is geen echte bekering en geen waar berouw. Achab is helemaal van streek, maar dat is alleen maar vanwege het oordeel. Hij heeft meer last van de gevolgen van de zonde, dan van de zonde zelf. Hoe weten we dat? Nou, dat zien we aan de vruchten van het berouw. Beter gezegd, aan het ontbreken daarvan. Ze zijn er niet in Achab's leven.
Paulus zegt in 2 Korinthe 7 dat de ware droefheid een onberouwelijke bekering tot zaligheid werkt. Een omkering in je leven waar je nooit spijt van krijgt. Zoals bijvoorbeeld in het leven van Zachaëus, die kleine tollenaar, die in een boom klom, omdat hij Jezus wilde zien. Zacheüs belijdt zijn zonde niet alleen, hij wil die zonden ook goedmaken. Hij wil ook bij mensen van zijn schuld af. En dat zie je bij Achab niet. We lezen nergens dat hij op zoek gaat naar familie van Naboth. We lezen nergens dat hij afstand doet van de wijngaard. En ondanks deze uiterlijke tekenen van berouw, is hij innerlijk niet veranderd.
Hij noemde Elia zijn vijand. En hij sprak daarmee uit dat ook de God van Elia zijn vijand was. Want Elia kwam in Gods Naam. En die vijandschap is in Achabs hart gebleven. Want als we een hoofdstuk verder lezen, in de geschiedenis van de strijd tegen de Syriërs, dan wordt dat wel duidelijk. Achab heeft een verbond gesloten met koning Josafat en ze willen graag weten hoe de strijd zal verlopen en dan raadplegen ze de profeten. Maar Josafat vraagt dan in vers 7: is er nog een profeet des HEEREN, dat we het hem vragen mochten? En dan zegt Achab: ja die is er wel, Micha de zoon van Jimla, maar ik haat hem, omdat hij over mij niets goeds profeteert, maar kwaad. Zie je? Het hart van Achab is nog steeds hetzelfde. En het is juist daarom dat de Catechismus spreekt over de waarachtige bekering. Spurgeon heeft eens een preek gehouden over zeven personen, die allemaal dezelfde woorden hebben gezegd. Ik heb gezondigd. Die woorden werden gesproken door Farao, Bileam, Achan, Job, Saul, David, Judas en door de verloren zoon. Echter, vier van deze zeven mensen meenden er niets van. Alleen bij Job, David en de verloren zoon was het een oprechte schuldbelijdenis. En het is dus niet alles bekering wat bekering lijkt. Het kan maar tijdelijk zijn. Het kan weer voorbij gaan. En zelfs bij de meest hoopgevende tekenen, kijk maar naar Achab, kan er toch weer een terugvallen zijn. En dat het dus toch niet waar bleek te zijn. Ja zeg je, maar hoe kan ik het dan weten of het echt is? Of het niet alleen maar buitenkant is? Dat kan alleen aan de vruchten gezien worden. Droefheid en berouw zijn hoopgevend, maar dat zegt niet alles. Het gaat erom dat er bekering komt. Dat je de zonde gaat haten en er van wegvlucht en er tegen gaat strijden. Waarachtige bekering is dat je je niet alleen druk maakt over het oordeel over de zonde, maar over de zonde zelf. Dat je ziet dat je tegen God hebt gezondigd, Die zo lankmoedig is en zo goedertieren.
Dan krijg je God lief. En alles wat met God te maken heeft. En dat ontbrak bij Achab. Hij zei: ik haat Micha. Net zoals hij Elia haatte. Nog altijd was er vijandschap tegen God en Zijn profeten. Maar als God je bekeert, dan komt er juist liefde. Liefde tot God, tot Zijn dag, Zijn Woord, Zijn huis. Liefde tot Zijn wet. Liefde tot Zijn volk en tot Zijn knechten. Dan krijg je er zin in om in de wegen van de Heere te wandelen. Dat is de vrucht van de droefheid naar God. Die werkt een onberouwelijke bekering tot zaligheid.
Ds. M.A. Kempeneers
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.