Beslissend moment
Onze Christelijke Gereformeerde Kerken staan voor een beslissend moment. Maar wanneer we ook nu in gehoorzaamheid aan de Schrift vasthouden aan de oude gereformeerde beginselen binnen het huidige kerkstelsel blijft er bestaansrecht voor de kerken die ons lief zijn.
Als bestuur van de stichting Bewaar het Pand zien we de huidige afbrokkeling van ons kerkverband met pijn en verdriet aan en vervult ons dat met grote zorg. Het is waar dat we als kerken in de achterliggende decennia in prediking en liturgie ver uit elkaar zijn gegroeid. Maar onze kerkorde gold en geldt als akkoord van ons kerkelijk samenleven dat ons aan elkaar bindt. Dat er de laatste jaren gemeenten zijn gekomen die tegen alle synodebesluiten in de ambten openstellen voor vrouwen is onthutsend. Op deze wijze wordt de scheur die binnen ons kerkverband loopt, bewust verdiept.
Daarbij mag het duidelijk zijn dat het niet enkel gaat om het toelaten van vrouwelijke ambtsdragers, maar dat er sprake is van een onderliggende oorzaak: een modernere manier van Bijbellezen. Een dergelijke lezing van de Heilige Schriften gaat in tegen onze gereformeerde belijdenis, zoals ook de uitgebrachte verklaring van gevoelen (2021) helder verwoordt. Daarmee is het fundament van de leer van de apostelen en zo ook het bestaansrecht van onze kerken in het geding.
Het is wrang dat de achterliggende maanden door voorstanders van vrouwelijke ambtsdragers juist gemeenten en classes in het beklaagdenbankje worden gezet die zich verzetten tegen een kerkelijk samenleven waarin iedereen doet wat goed is in zijn eigen oog. Het synodale rapport kerk-zijn (2023) spreekt echter onomwonden uit dat het tegenstrijdig is om te zeggen dat men van harte christelijk gereformeerd wil zijn, terwijl men tegelijkertijd besluiten van meerdere vergaderingen naast zich neerlegt.
Dat vanwege de kerkelijke impasse er nog voor aanvang van de komende generale synode een convent wordt georganiseerd, tekent de deplorabele situatie waarin onze kerken zich bevinden. De samenspreking tijdens dit convent zal dan ook geen knus familiegesprek zijn, waarbij de plooien weer wat worden gladgestreken, maar moet eerder doen denken aan de situatie van een huwelijk dat op springen staat.
1. Bewaar de rust
Graag willen we alle kerken die christelijk gereformeerd willen zijn in lijn met de beginselen van 1834 en 1892 allereerst oproepen om een afvaardiging naar dit convent te sturen. Er leven uiteenlopende gevoelens en verwachtingen omtrent deze bijeenkomst, die ook geen kerkordelijke status heeft. Maar -om welke reden dan ook- wegblijven van deze door deputaten vertegenwoordiging georganiseerde bijeenkomst draagt niet bij aan een oplossing.
Nu onze kerken op deze uitzonderlijke wijze bij elkaar worden geroepen om de dramatische stand van zaken met elkaar onder ogen te zien, mogen we ons niet afzijdig houden. Laten we de rust bewaren en met onze aanwezigheid onderstrepen dat we niet weglopen voor onze verantwoordelijkheden.
2. Bewaar het kerkstelsel
Het zal niemand hoeven te verbazen dat van vier genoemde denkrichtingen voor de toekomst van onze kerken in de uitnodiging voor het convent er twee van de vier principieel niet te dragen zijn. Onze kerken bevinden zich in de traditie van de Afscheiding. Het rapport kerk-zijn biedt daarbij fundamentele noties met betrekking tot ons presbyteriaal-synodale kerkstelsel. Aanpassing van het kerkstelsel om op die wijze een legitieme plaats te kunnen geven aan een modernere manier van Bijbellezen ondergraaft het bestaansrecht van onze kerken en kan derhalve op geen enkele wijze een verantwoorde keuze zijn.
De eerste denkrichting (A: kerkstelsel handhaven) is dan ook de enige juiste om als kerken gezamenlijk verder te kunnen gaan. Dit houdt in dat we in weerwil van de tijdgeest willen vasthouden aan de beginselen van onze Christelijke Gereformeerde Kerken.
Concreet zal dit bij de komende generale synode dan ook moeten leiden tot afwijzing van alle revisieverzoeken omtrent vrouw en ambt, waaraan alle bij ons verband aangesloten kerken zich vervolgens dienen te houden. Wanneer de komende generale synode onverhoopt ervoor kiest om onze kerken in een ander vaarwater te brengen, zal een schipbreuk onvermijdelijk zijn.
Laat het voor iedereen duidelijk zijn dat wíj het niet zijn die hierop aansturen. Integendeel: het is onze hartelijke wens en bede dat we elkaar net als in 1834 en 1892 weer zullen kunnen aanspreken om samen kerk te zijn op grond van Schrift, belijdenis en kerkorde.
3. Bewaar de broederband
Dit brengt ons bij het laatste. We willen ons graag inspannen om de eenheid te bewaren met en binnen alle gemeenten die elkaar herkennen in het verlangen om christelijk gereformeerd te zijn en te blijven in lijn met de oude gereformeerde beginselen. Het is in de huidige kerkelijke impasse niet moeilijk om als lokale gemeente een eigen en onafhankelijke koers te varen. Maar het is fnuikend voor de eenheid en de broederband als wij een verschillend geluid laten horen. Laten we elkaar daarom juist nu samen inzetten om de onderlinge eenheid zoeken te bewaren. We hopen hierom na het convent met een vervolgreactie te komen.
In de kanselboodschap van 1953 werd er al op gewezen dat de tijden diep ernstig waren en dat het oordeel zal beginnen van het huis Gods uit. Zien we het niet voor onze ogen gebeuren? Al luider klinkt de roep: ”Ziet, de Bruidegom komt.” Zijn we daarop voorbereid? Een wonder van genade als het dan zal klinken: ”Gij hebt Mijn Woord bewaard en hebt Mijn Naam niet verloochend.”
Het bestuur van de stichting Bewaar het Pand